Skip to main content

Tijdens de bouwvak gaan wij er ook even tussenuit.

We zijn gesloten van 3 augustus t/m 24 augustus

Snoeien Fruitbomen

Er is natuurlijk wel overeenkomst met bloemheesters want zonder bloem geen vrucht.

Toch zijn er zaken die bij fruit extra aandacht vragen.

Pit- en Steenvruchten

Bij de behandeling van de bessen in het onderdeel sortiment op deze site, kunt u informatie vinden over het snoeien van bessen per soort.
Op deze pagina wat richtlijnen voor het snoeien van fruitbomen.

Bij fruitbomen onderscheiden we:
- Pitvruchten, appel en peer
- Steenvruchten, Pruim, Kers, Perzik en Abrikoos

Tijdstip van snoeien

De hoofd snoei van fruitbomen vind plaats in de winterperiode.

Voor de pitvruchten is de beste tijd november tot februari. De steenvruchten worden zo laat mogelijk gesnoeid in maart. Dit in verband met de schimmelziekte loodglans.

Na een flinke winter snoei ontstaat in de boom vaak een ontwikkeling van jonge, stijl en snel groeiende scheuten (Waterlot). Om de kroon open te houden kunt u dat beter in augustus al wegsnoeien, er is dan een minder sterke hergroei reactie.

Onderstam

Alle fruitbomen staan op een onderstam, en deze bepaald voor een belangrijk deel de vorm en groote van de boom.

Struik en halfstam bomen staan op een langzaam groeiende onderstam. Dit geeft een zwakkere groei. Deze bomen geven in verhouding veel vrucht wat al op vrij jonge leeftijd begint. De bomen leven wel korter, plm. 30 jaar.

Hoogstammen groeien veel krachtiger door de snellere onderstam. De bomen worden veel groter en hebben een stamhoogte van plm. 180 cm. Deze bomen beginnen iets later met de vruchtzetting, maar kunnen wel meer dan 100 jaar oud worden.

Sporen

De bloesem en het fuit vormt zich bij de appel en de peer aan sporen, die eruit zien als korte gedrongen takjes die sterk vertakken. Vaak zijn de bloemknoppen al in aanleg korter en dikker.

Op korte twijgjes op de gesteltakken vormen zich vanzelf sporen. Om de vorming van sporen te bevorderen kunt u krachtige twijgen op de gesteltak insnoeien tot er 4 of 5 ogen overblijven. Uit de bovenste ogen zullen nieuwe scheuten groeien, bij de onderste worden vaak bloemknoppen aangelegd. Het jaar daarop snoeit u het gedeelte boven de bloemknoppen af.

Enkele soorten pitvruchten dragen de vruchtknoppen aan het einde van de twijgen. Ook steenvruchten vormen de vruchten aan de twijgen . Bij deze soorten is het dus van belang om veel twijgen over te houden. De snoei is bij deze soorten gericht op ruimte in de kroon en verjonging van gesteltakken.

Struik- en Spilvorm

De struikvorm is in ons land veruit de meest aangeplante vorm. De fruitteler kiest hiervoor om zijn rijke vruchtdracht en het gemak bij het oogsten.

Vruchtstruiken moeten een gespreide en open kroon hebben die niet altijd een hoofdtak hoeft te hebben. Aan een stuk of zes gesteltakken heeft de boom voldoende. Zorg dat de kroon zo open is, dat zon en wind er goed door kunnen. Iedere winter snoeit u de meeste twijgen weg, en bij een oudere boom dunt en verjongt u de sporen.

Een spil is een struikvorm met een doorgaande stam tot ongeveer 2 meter, waaraan u korte horizontaal of afhangende takken laat zitten. Als de jonge twijgen te veel omhoog groeien buigt u ze af met een touwtje. Zorg dat de bovenste takken korter zijn dan de onderste.

Halfstam

De halfstam is in feite gewoon een struik op ongeveer 1 meter stam. Wat het snoeien betreft kunt u hem dan ook gelijk behandelen.

De voordelen van een halfstam zijn dat u geplaatst in gras er beter omheen kunt met maaien. Ook hebben ze wat meer een boomachtig karakter, wat in de tuin mooier uit kan komen. Het nadeel is dat de vruchten ook een meter hoger in de boom zitten.

Hoogstam

Bij hoogstammen moet meer aandacht aan het vormen van de kroon worden besteed. Omdat ze op een krachtig groeiende onderstam zijn geënt groeit deze boom ook sterker en wordt groter.

Wilt u een bolvormige kroon selecteer dan weer drie gestel takken die u verder van de stam twee keer laat vertakken. U heeft dan een kroon met ongeveer 12 gesteltakken wat een goede basis is voor een mooie boom.

Voor een piramidaal vormige kroon laat u op de onderste laag drie gesteltakken zitten. De hoofdtak snoeit u ongeveer 60-80 cm hierboven af. Op deze hoogte komt weer een laag van drie gestel takken. Ga zo door tot u drie of vier lagen hebt. Zorg dat de vertakking van een laag verder van de stam begint dan die van de laag erboven om een mooie piramidale kroonvorm te krijgen.

Geleide vormen

Snoeren, spalieren, waaiers en bogen zij de meest voorkomende vormen waarin fruit geleid wordt, maar er zijn veel vormen mogelijk.

Soorten als Perzik en Abrikoos worden vaak als waaier langs een muur gekweekt, omdat ze door de geboden beschutting beter rijpen. Appel en peren spalieren kunnen ook prima als vrijstaande haag in de tuin worden geplant.

Het vormen van de gesteltakken moet geleidelijk gebeuren en gaat veel langer door dan bij een vrije vorm. Het kweken van vruchthout gaat zoals beschreven onder het kopje sporen eerder op deze pagina.